Achter een negentiende-eeuwse gevel bevinden zich zes maisonnettes en een achterhuis met gastenverblijf. Het Venetiaanse karakter...
Oorspronkelijk stond op deze plek een dubbel pakhuis, dat samen met de andere pakhuizen aan de Brouwersgracht een monumentale wand vormde. Na een brand aan het eind van de negentiende eeuw werd dit pand vervangen door een bedrijfsgebouw van twee lagen, dat niet aansloot bij de bestaande hoge pakhuizen. De opdracht om dit bedrijfspand, waarin een naaiatelier was gevestigd, te vervangen door een woongebouw van vijf lagen bood de gelegenheid de grachtenwand weer aan te helen. Aan woongebouwen worden echter andere voorwaarden gesteld dan aan pakhuizen. De opgave was om het beeld van de nog bestaande pakhuizen voort te zetten en tegelijkertijd zichtbaar te maken dat het geen pakhuis meer is maar een stapeling van luxe woonappartementen.
Het ontwerp bestaat uit een woongebouw van vijf lagen dat net zo groot en diep is als het pakhuis dat hier ooit stond. Het gevelontwerp is een interpretatie van de typisch Amsterdamse pakhuisgevel, waarbij een studie van de Amsterdams pakhuistypologie (Die alten Lagerhauser Amsterdams van Magda Revesz-Alexander) de basis vormde. Waar de meeste dubbele pakhuisgevels zijn opgebouwd uit twee reeksen van drie openingen – elk bestaand uit een middenstrook van grote openingen met ter weerszijden daarvan kleine zijramen -, zijn in deze gevel in totaal vijf verticale rijen openingen aangebracht. De gevel bestaat dus in plaats van de gebruikelijke zes uit vijf traveeën: twee brede traveeën waarin over vijf lagen verdiepingshoge boogvensters zijn opgenomen en daartussen drie smalle traveeën met kleinere ronde en rechthoekige ramen. Hiermee is zichtbaar gemaakt- doordat in het midden van het pand een reeks openingen is ontstaan-, dat er geen bouwmuur tussen die twee grote ramen staat, maar dat het een dubbelbreed pand is met appartementen. Halverwege in het diepe pand bevindt zicht een lichthof. Om de appartementen ook vanuit de voorkant te voorzien van zo veel mogelijk licht zijn de zijramen ter weerszijden van de hoge boogramen anders geplaatst dan bij de traditionele pakhuizen; de ronde ramen bevinden zich op het niveau van de vloer, terwijl de rechthoekige ramen juist hoog zijn gesitueerd.
Door de afwisseling van ronde, rechthoekige en gebogen ramen ontstaat een ‘hallucinerende’ gevel. De voorgevel van het pakhuis waarin nu de Amsterdamse Academie van Bouwkunst is gevestigd, diende hierbij als voorbeeld. De veelheid van ramen wordt geaccentueerd door de rollagen van de vormsteen te maken, waardoor deze als grote, losse elementen in de gevel hangen.
Achter een negentiende-eeuwse gevel bevinden zich zes maisonnettes en een achterhuis met gastenverblijf. Het Venetiaanse karakter...
Nadat onderzoek uitwees dat restauratie van de vier bestaande panden aan de Oudeschans 5-11 niet haalbaar was...
Het nieuwe appartementengebouw aan de Bloemgracht in de Amsterdamse Jordaan is ontworpen als een integraal onderdeel van de historische grachtenwand...